Wanneer moet het EPC opgemaakt worden?
In het algemeen is een EPC verplicht bij :
- de zuivere verkoop van het geheel van een woning, appartement, studio en van een klein niet-residentieel gebouw of autonoom functionerend gebouwdeel in volle eigendom. Het EPC moet al aanwezig zijn vanaf het moment dat de eenheid te koop wordt aangeboden;
- de woning- en handelshuur ;
- de verhuur van een woning, appartement, studio, klein niet-residentieel gebouw of gebouwdeel voor contracten vanaf twee maanden. Het EPC moet aanwezig zijn vanaf het moment dat de eenheid te huur wordt aangeboden
Wanneer dient er geen EPC te worden opgemaakt?
In bepaalde gevallen is het niet nodig om een EPC te laten opmaken :
Als er een geldig EPC Bouw aanwezig is, moet er geen EPC voor bestaande gebouwen opgesteld worden. Het EPC Bouw is een onderdeel van de EPB-aangifte en wordt opgesteld bij nieuwbouw projecten en ingrijpende energetische renovaties.
Meer uitzonderingen vindt u terug in onderstaande overzichtstabel die geldig is vanaf 2020:
Wanneer dient het EPC beschikbaar te zijn?
Er moet een geldig EPC aanwezig zijn van zodra de eenheid te koop of te huur wordt aangeboden tot en met de datum van het verlijden van de notariële akte of de ondertekening van de huurovereenkomst. Wanneer het EPC tijdens deze periode vervalt, moet er dus een nieuw EPC opgemaakt worden.
Bij het te koop of te huur stellen zijn er een aantal verplicht op te nemen vermeldingen in de advertenties.
Bij verkoop wordt het geldig EPC aan de koper overgedragen. De notaris is verplicht na te gaan of er een geldig EPC aanwezig is bij de ondertekening van de akte.
Bij het aangaan van een nieuwe huurovereenkomst wordt een kopie van het geldig EPC aan de huurder ter beschikking gesteld.
Wanneer is een EPC voor kleine-niet residentiële eenheden nodig?
Wanneer een niet-residentiële eenheid te koop of te huur aangeboden wordt, moet het over een EPC voor kleine niet-residentiële eenheden beschikken als het aan de volgende voorwaarden voldoet:
- de eenheid heeft een niet-residentiële bestemming,
- De bruikbare vloeroppervlakte van de eenheid is niet groter dan 500 m²,
- Het aaneengesloten niet-residentiële geheel dat de eenheid bevat mag niet groter zijn dan 1000 m².
Een kleine niet-residentiële eenheid kan een gebouw zijn of een deel van een gebouw. Denk maar aan een kantoorgebouw of een broodjeszaak op het gelijkvloers van een appartementsgebouw.
Per kleine niet-residentiële eenheid wordt er een EPC opgesteld.
Merk op: voorwaarde 3 is alleen van toepassing wanneer er in het gebouw meerdere niet-residentiële eenheden aanwezig zijn.
De volgende gebouwen of gebouwdelen vallen niet onder een niet-residentiële bestemming:
- Industriële en religieuze gebouwen (bijvoorbeeld productiehallen),
- Alleenstaande niet-residentiële gebouwen met een bruikbare vloeroppervlakte tot 50 m²,
- Serres, stallen en niet voor bewoning bestemde gebouwen van een landbouwbedrijf,
- Werkplaatsen.
Wanneer is een EPC nodig voor de gemeenschappelijke delen van een appartementsgebouw?
Grote appartementsgebouwen vanaf 15 gebouweenheden moeten al sinds 2022 beschikken over een EPC voor de gemeenschappelijke delen. Vanaf 5 gebouweenheden geldt de verplichting vanaf 2023 en vanaf 2 gebouweenheden vanaf 2024. Deze verplichting staat los van verkoop of verhuur.